16 maart 2016

Druncles

Een herinnering

Over een concert van Glen Hansard

Het was de tweede keer dat ik in de Ronda was, de zaal van TivoliVredenburg waarvoor je eerst twee trappen op moet, en waar dan naast de deur zo’n jaren 50-aankondigingsbord staat met de artiest van de avond. Tonight: Glen Hansard. Sing your melody and I’ll sing mine.

Even dacht ik dat het een van de beste concerten van m’n leven zou worden, bij een grandioze uitvoering van ‘When You’re Mind’s Made Up’, met blazers en strijkers. Dat viel achteraf wel mee, maar het was goed als altijd. Ik moest weer denken aan die eerste keer, dat ik ooit een keer naar U2 wilde en er om zes uur ’s ochtends voor in de rij ging staan bij het postkantoor, en toen waren de kaartjes weg voor ik aan de beurt was, zodat ik in plaats daarvan maar kaartjes voor The Frames in Paradiso kocht.

Hansard was op z’n gemak, dat kon je zien. Hij grapte, vertelde verhalen over een dagje banjo spelen in Maroon 5 en de drinkende mannen die zijn vader vroeger meenam naar huis, en die hij z’n ‘druncles’ noemde. Ik genoot ervan, we lachten. Never missed a day of work in his life, zei hij om een liedje over zijn hardwerkende vader in te leiden. En toen: Which is not true. But, you know, on average.

Zijn solowerk is goed, echt heel goed, maar ik hoopte ook op liedjes van The Frames. Tegen het eind zette Hansard ‘Fitzcarraldo’ in, en toen volgde een blok van nog drie Frames-nummers, met als laatste ‘Star, Star’. Hansard ging al zingend en gitaar spelend op het podium liggen. Ik hoopte dat het, zoals vaak als ze het live doen, zou overgaan in het stukje ‘Pure Imagination’ uit Charlie and the Chocolate Factory, wat gebeurde, en toen in ‘Hotellounge’ van dEUS, wat ook gebeurde, en dan ook nog in ‘Most Beautiful Widow in Town’ van Sparklehorse, wat óók gebeurde, en ik zong hard mee omdat het zich allemaal zo fantastisch opstapelde.