
Honderd keer honderd
In de laatste honderd dagen van 2010 (van 23 september tot 31 december) publiceerde ik elke dag een stukje van precies honderd woorden over een dierbaar album. Het doel was niet te vertellen waarom een album goed is, maar waarom het voor mij persoonlijk een bijzonder album is. Dat werd soms een jeugdherinnering, soms een anekdote, soms de beschrijving van een specifiek gevoel – en vaak iets tussen die dingen in.
Uitgeverij De Arbeiderspers maakte er in 2011 een e-book van. Dat kun je hier downloaden. De Spotify-playlist vind je hier.
Rachel Yamagata – Elephants

Keep it kind, keep it good, keep it right
Throw yourself in the midst of danger
But keep one eye open at night
De eerste artieste op wie ik verliefd werd, was Mariah Carey. Die zag er prachtig uit en kon zo mooi zingen in ‘Hero’ en ‘Without You’. Ze had lange krullen en zong kerstliedjes terwijl we Monopoly speelden. Maar net toen ik haar dacht te kennen, veranderde ze. Mariah trouwde en ging scheiden en trouwde weer en ging slechte R&B maken met clips die eerder wanhopig dan sexy waren. Dat deed wel even pijn. Wijs advies is er gelukkig van Rachael Yamagata, op wie ik ook wel een beetje verliefd ben, maar inmiddels weet ik dat ik voorzichtig moet zijn.
Tom McRae – Just Like Blood

And you’re looking away
Looking for what’s next
Tell me what’s next
In een stiltecoupe zat ik vlakbij een jongen en een meisje. Hij had oordopjes in. Zij had een tijdschrift voor haar op het tafeltje liggen, maar hield dat gesloten en keek uit het raam. Ik twijfelde lang of ze wel bij elkaar hoorden, maar toen de conducteur langskwam pakte hij twee kaartjes uit zijn portemonnee en liet ze zien. Voor de rest waren ze stil. Bij het uitstappen wees hij haar nog op het tijdschrift. Zonder woorden, alleen een vinger. Je vergeet iets. Ze bleef even treuzelen, keek ernaar, en liet het toen achter. Hij stond al op het perron.
Tröckener Kecks – >TK

Trekt als een mes door de stad
Baant zich een weg naar mijn hart
Alles wordt wit en koud. Auto’s en mensen blazen wolkjes en op de sloten ligt een dun laagje ijs. Buiten gebeurt alleen het hoogst noodzakelijke, iedereen neemt de kortste weg naar een huis en verstopt zich zolang onder een winterjas. Net als lang geleden, die dag dat ik >TK voor het eerst luisterde. Ik liep de tuin in en pakte de ijskoude deurklink van de schuur. De deur klemde een beetje. Toen trok ik mijn sjaal wat strakker om mijn nek, veegde de kristallen van mijn fietszadel en glibberde door de smalle steeg. Zo wordt het elk jaar weer winter.
Don McLean – American Pie

All roads lead to where we stand
And I believe we’ll walk them all
No matter what we may have planned
Drie dingen die ik nog weet van de dag dat American Pie van Don McLean door onze brievenbus viel. Een: het album heette American Pie en het eerste nummer ook, dus kon de rest nooit goed zijn want dan was het album daar wel naar vernoemd. Twee: ik snapte niet waarom mijn vader het album besteld had. Er was immers net een liedje uit van Madonna dat hetzelfde heette en net zo klonk. Dat was nieuwer, dus waarom zou hij dan die oude nog kopen? Drie: ik had ongelijk, want alle liedjes waren mooi en het was beter dan Madonna.
Pink Floyd – Dark Side Of The Moon

And all that is gone
And all that’s to come
And everything under the sun is in tune
Ik ging eens met mijn beste vriend en zijn ouders mee op vakantie. We sliepen in een koepeltentje van grijs en groen, naast de caravan. De vakantie duurde een week en we keken vooral uit naar het voetbaltoernooi van de camping, dat op de eennalaatste dag was. Op een van de avonden zaten we voor de caravan. Ik wist dat zijn vader eens naar een concert van Pink Floyd geweest was en die avond durfde ik ernaar te vragen. Hij duwde tabak in zijn pijp en toen kwam er een prachtig verhaal waar ik tijdens het voetbaltoernooi nog aan dacht.
Oasis – What’s The Story, Morning Glory?

You should have somehow
Realized what you’re not to do
De eerste keer dat ik ‘Wonderwall’ hoorde, was in een clip op TMF. Die zender bestond nog maar een paar maanden, maar het bandje blijkbaar al stukken langer. Ik zag een man die veel vrolijker was dan mij logisch leek. Hij had een pak aan en glanzend haar en hij leek te playbacken. Toen hij aan het eind zelfs in zijn vingers knipte, zapte ik maar weg. Later bleek er ook een serieuze versie van het nummer te zijn, een Brits bandje met zonnebrillen en een clip in zwart-wit. Het duurde even voordat ik doorhad dat dát de echte was.
The Low Anthem – Oh My God, Charlie Darwin

Do not rush but do not stall
For I am waiting
Zelden was ik gelukkiger op een festival dan op Haldern, deze zomer. Het moment dat ik wegliep bij Frightened Rabbit, dat de slotklanken van een favoriet nummer nog achter me aan stuurde, hier, neem maar mee voor onderweg, over het zand, langs pannenkoekenkraampjes en merchandise en onder een heldere lucht, richting de tent voor The Low Anthem. Daar brak ik bijna door de schoonheid van de verstilde liedjes en hoe iedereen ademloos stond te luisteren. Elke kuch was een olifant in een porseleinkast. Daarna ging ik in het gras zitten. Alles was zo’n verzameling van weelde, een collage van geluk.
Stereophonics – Just Enough Education To Perform

Why don’t you tell it like it is
Why don’t you tell it like it really is
Het was een zaterdag in januari. ‘s Ochtends sliepen we uit en daarna bladerde ik wat in het boek dat op haar nachtkastje lag, terwijl zij ontbijt klaarmaakte. Ik duwde het gordijn opzij, daarachter de witte daken van de buren. ‘s Avonds trokken we winterkleren aan en liepen we naar de bioscoop voor Up In The Air. ‘Voorzichtig, hoor’, zei ik, wanneer ik dacht dat het ergens glad kon zijn. Het begon weer hard te sneeuwen. Daar tussenin, op die zaterdag in januari, tussen dat boek en die film, besloot ik te gaan schrijven. Het jaar moest uit woorden bestaan.
Iron & Wine – Our Endless Numbered Days

All our bodies in the grass
Springtime calls her children
‘Till she let’s them go at last
Weet je nog hoe je vroeger in het gras ging liggen om naar langzaam langsdrijvende wolken te kijken? Ik probeerde er altijd iets in te herkennen. Een schip op witte golven, een kruiwagen met bolletjes wol, of een man met een grote baard. Meestal sleepten de wolken zich gelaten voort, omdat de wind ze dat opdroeg, maar soms hingen ze stil. Dat kon je minutenlang omhoog kijken zonder dat het schip verder voer of de kruiwagen wegreed. Een keer viel er een druppel regen op mijn voorhoofd, zonder dat de man met de baard me daar vooraf voor had gewaarschuwd.
The Beatles – Abbey Road

The love you take
Is equal to the love
You make
Ik ben overreden door een auto toen ik klein was. Mijn moeder bracht mij en mijn zusje naar school en bij het zebrapad stak ik zomaar over terwijl er een auto aankwam. De mensen van het ziekenhuis wilden later weten waarom, of ik aan de overkant een vriendje had gezien. Ik weet nog dat ik de onderkant van de auto zag en dat mijn vader die nacht bij me sliep in het ziekenhuis en dat ik een wit polsbandje kreeg en dat iedereen zei dat ik geluk had gehad. Dat weet ik allemaal nog, maar niet waarom ik plotseling overstak.