Een paar jaar geleden zeiden mijn vriendin en ik op zondagochtend, nog in bed, weleens grappend dat we ‘op vakantie’ gingen. Dan pakte ik de iPad erbij en opende de app van Google Street View. We kozen een bestemming en ‘vlogen’ erheen. Als een god vanuit de hemel keken we neer en zoomden we in op Kaapstad, Sydney, of het afgelegen eilandengroepje Tristan da Cunha, waar 301 mensen wonen. Het was vanzelfsprekend totaal iets anders dan er zijn, maar tegelijkertijd zo dichtbij als we konden komen zonder onder de dekens vandaan te hoeven komen.
Was het escapisme? Een manier om te ontsnappen aan – tja, waaraan eigenlijk? Wat hadden we waaraan we zouden moeten ontsnappen?
Je zou kunnen zeggen dat er nu meer is om aan te willen ontkomen, al is het maar de aanhoudende stroom vergiftigend nieuws over mensen die een ander het licht in de ogen niet gunnen.
Dit weekend besloot ik te beginnen aan een nieuw spelletje Football Manager 2016. Ik wilde geen club in Nederland, of een van de grote voetballanden. Ik wilde het computerspelletje inzetten om iets nieuws te ontdekken, om ergens te zijn. Op Wikipedia zocht ik naar de pagina van de IJslandse voetbalcompetitie, die vanwege de kou in de winter loopt van mei tot september. Vrijwel alle clubs zijn gevestigd in of rond Reykjavík, maar op het kaartje zag ik dat er één, Þór Akureyri, uit het uiterste noorden komt. Clubkleuren: rood en wit. Aantal kampioenschappen: 0. Stadioncapaciteit: 984.
Þór Akureyri, ontdekte ik toen ik er wat andere websites bij pakte, is in 2014 gedegradeerd. Een schamele 12 punten uit 22 wedstrijden. Er staat me dus een pittige taak te wachten, als manager van dat stelletje matig begaafde Johanssons, Bjurnarsons en Gustafsons.
’s Avonds, in bed, zocht ik meer op over Akureyri. Ik zoomde weer in bij Google. Het is een stad met zo’n 18.000 inwoners, met een haven en florerende visserij. En, zo werd trots vermeld op de officiële website, een paar maanden terug nog op de eerste plek in de lijst van Lonely Planet met beste Europese steden om te bezoeken.
De foto’s van Akureyri zijn prachtig, en maken heimwee los naar een plek waar ik nog nooit geweest ben. De huisjes zijn wit, blauw en rood, en op de achtergrond liggen besneeuwde bergtoppen. Er staat een kerkje aan het water. Verder is er niks, zo op het oog. Dat lijkt me wel wat: niks.