28 juli 2023

Albumhoes

Een observatie

Over een afdruk op een doek aan de muur van een huis in Tuinwijk

Boven de bank van een huis aan de Professor Leonard Fuchslaan in Tuinwijk, Utrecht, aan een witte muur, hing een paar jaar geleden nog een groot doek met de afdruk van een Editors-album. Ik zag het hangen als we er met ons zoontje in de kinderwagen langsliepen, en we liepen daar toen regelmatig. Het doek was makkelijk een meter bij een meter, de rest van het interieur was – voor zover ik dat kon nagaan vanaf de stoep, zo in het voorbijgaan –  strak en smetteloos.

Was het de hoes van The Back Room (2005) of van An End Has a Start (2007)? Dat weet ik dus niet meer. Om de een of andere reden lijkt het me logischer als het die eerste plaat was: het debuut, de bewoners waren er misschien vroeg bij met hun liefhebberij. Dat het er mede daarom hing. De goede smaak etaleren. Maar hoe meer ik erover nadenk, hoe meer ik ervan overtuigd raak dat het de tweede was, want dat beeld staat me iets helderder voor ogen. De hoes van The Back Room is zwart-wit, en het was geen volledig zwart-wit beeld dat ik vanaf de straat zag. Eerder dat warmgele van de tweede.

Het zijn grandioze albums, allebei, dus dat geeft de doorslag niet.

Een mens verzint er een verhaal bij. Een tijdlijn. Dit stel ontmoette elkaar op Lowlands 2013, toen Editors het programma in de Alpha afsloot op zaterdagavond. Eind twintig waren ze toen, festivalgangers, kinderloos, een eerste goede baan, eindeloze zomers. Dan waren ze, even terugrekenen, begin twintig toen die twee eerste platen uitkwamen, de periode van je leven waarin je smaak wortelt, groeit, en zich vanaf daar alleen nog kan vertakken. Wat je vanaf dat moment ook goed gaat vinden, het is voortgekomen uit dat eerste. Beiden waren ze al een tijdje fan dus, tijdens dat concert.

Nou, goed, verliefd, samenwonen, iets meer dan een jaar later.

Ze hingen dat doek op, het mocht wat kosten. Visite ging ervoor staan. Waar kijk ik precies naar, vroegen ze, mensen die de band niet kenden. Het was iets van hun samen, maar ook was het stijlvol, het paste bij het huis en bij wie ze wilden zijn. Zij waren niet van die mensen die de gele taxi’s van de Ikea ophingen. Het was niet voor niets dat het doek ook vanaf de straat goed te zien was.

Vorige week wandelde ik weer door die straat, nu met onze dochter, vijf maanden oud. Ze sliep en ik keek op het rijtje overal naar binnen, maar ik zag het doek nergens meer hangen. Ik denk dat het er niet meer is.

Het kan een van de huizen geweest zijn waar de gordijnen of jaloezieën dicht waren, maar ik denk het niet. Het hangt er niet meer, dat weet ik zeker. Zijn die mensen veranderd, de veertig inmiddels in zicht, hebben ze het leven achter zich gelaten waarin ze hun smaak voor popmuziek graag etaleerden? Hebben ze kinderen gekregen en is met hun gezinssituatie ook de woonkamer drastisch veranderd? Denken ze nog weleens aan die avond in de Alpha?

In een van de voortuinen stond een flink ooievaar-bord, er was een ‘Daniël’ geboren. Maar ik denk niet dat het daar was, want zetten Editors-fans zo’n ooievaar in de tuin? Kiezen die zo’n voornaam? Ach, wie weet. En wie weet zijn ze verhuisd, een ander huis ingetrokken, een andere wijk, een volgend leven.