woensdag 15 juni 2022

Bijna een vader

Een leeservaring

Over het plezier dat ik beleefde aan de gedurfde stijl en vormkeuzes in de roman van Alejandro Zambra

Ik geef dit boek vijf sterren. Niet omdat het perfect is, maar omdat dit zo’n boek is waardoor je dat geluk voelt een bóék te lezen, het bij je te hebben als je de deur uit gaat en het overal open te kunnen slaan om die andere wereld in te tuimelen. En dat is lang niet altijd zo.

Het begint met de jonge geliefden Gonzalo en Carla, die onder een poncho bij haar moeder thuis op de bank zitten en nieuwsgierig firstsecond en third base verkennen. Maar het gaat uit en ze gaan allebei een eigen kant uit.

Een tijdsprong: zeven jaar later. Ze komen elkaar weer tegen in een discotheek. De aantrekkingskracht is meteen terug, ze hebben seks (zeker het eerste deel van dit boek bevat veel – goed beschreven – seks) en tijdens die vrijpartij denkt Gonzalo het al aan haar lichaam te zien: ze heeft een kind gebaard.

Dat kind is Vicente. In de jaren erna leven ze met z’n drieën. Gonzalo is zijn stiefvader en onderzoekt wat die rol, wat die term, voor hem betekent. Dat de jongen belangrijk voor hem is, is snel duidelijk. Gonzalo probeert ondertussen als dichter gepubliceerd te worden.

Maar het loopt niet zoals gepland, natuurlijk. En met de wendingen van die levens verschuift ook de focus van het verhaal. De stem van het boek blijft achter bij Vicente, die ook poëzie gaat schrijven, en, later, bij Pru, een journalist uit New York die door een misverstand in Santiago belandt en dan maar besluit een stuk te schrijven over Chileense dichters en de Chileense subcultuur waarin die zich bewegen.

Ook zij vertrekt op den duur weer, en dan neemt de schrijver met een mooie vormkeuze afscheid van haar. Ineens is er een ‘ik’, op pagina 350:

En dan vraagt Pru zich af of ze niet in Chili zal blijven, maar haar leven is geen wonderbaarlijke B-film, dus ze stapt in het vliegtuig en het liefst zou ik met haar meegaan en haar overal naartoe volgen, net als het hondje Ben, maar op dit moment zijn er een miljoen romanschrijvers die over New York schrijven, waarschijnlijk onder het luisteren of neuriën van dat prachtige liedje dat luidt New York I love you/ but you’re bringing me down en ik wil hun verfijnde romans, waar ik bijna altijd van hou, lezen, ik ga proberen ze allemaal te lezen om te zien of Pru ergens in voorkomt of iemand die op Pru lijkt – echt, ik zou heel graag met haar in het vliegtuig stappen, maar ik moet op Chileens grondgebied blijven, bij Vicente, want Vicente is een Chileense dichter en ik ben een Chileense romanschrijver en Chileense romanschrijvers schrijven romans over Chileense dichters.

Hier zit veel in over wat voor boek dit is. Een eigenzinnige vertelstem, een schrijver die zijn personages met veel warmte en genegenheid beschrijft, een handvol speelse vormkeuzes (die wat mij betreft niet allemaal even geslaagd zijn; soms is het te flauw). Het is misschien vaak wat te uitvoerig beschreven, maar tegelijkertijd is het rijk en met een mooie, melancholische toon. En het gaat dus, zeker in de tweede helft, ook veel over het wereldje van Chileense dichters. Maar vooral gaat het over onderwerpen die ons allemaal aangaan, liefde, seks, boeken, muziek en dat alles de hele tijd maar van voorbijgaande aard is.