3 oktober 2013

De Chocoladefabriek

Een observatie

Over een aangekondigd attractiepark

Je kunt het doek zien hangen als je met de trein uit de richting van Utrecht komt. Vlak bij Amsterdam Centraal hangt het, minstens vijf meter breed. De Chocoladefabriek, het lekkerste attractiepark. Mooie letters – chocoladeletters – tegen een bruine achtergrond. Het doek valt op, elke dag weer.

Opening: 2011.

De Chocoladefabriek is uiteraard een verwijzing naar het boek van Roald Dahl, waarin Sjakie een rondleiding in de wonderlijke fabriek van Willy Wonka wint met de gouden wikkel van zijn chocoladereep. Toen ik uit nieuwsgierigheid op internet zocht naar meer informatie over het attractiepark, kwam ik tegen wat er binnenin te zien moest zijn. Een ‘belangrijk idee’ is de ‘chocoladerivier’ die als een waterval door het gebouw stroomt en uitkomt bij ‘een spuitende fontein’. “Idee is dat kinderen op de een of andere manier chocolade uit de fontein kunnen halen.” Een ander idee: de ‘chocoladedroom (idee nog in ontwikkeling)’.

Veel ideeën dus, maar nog altijd geen Chocoladefabriek.

Onze omgeving wordt voortdurend aangepast. Een stad waar nergens wegen openliggen of gevels gesloopt worden, is geen levende stad. Er moeten nieuwe gebouwen komen, nieuwe straten en wegen worden aangelegd. We willen supermarkten die nóg dichter bij huis zijn, op elke hoek een café, in elk dorp een stationnetje – of in elk geval een bushalte om in te schuilen als het regent. We hebben flats nodig voor studenten en andere voor ouderen. De stenen moeten uit de straat om nieuwe internetkabels te leggen, de dakpannen van het dak om plaats te maken voor zonnepanelen. En vaak worden die projecten aangekondigd: hier bouwt De Vries en Zonen…

Alles verandert. Behalve die plek, aan de Ruyterkade in Amsterdam. Het doek dat ooit een opgewekte aankondiging was geweest, herinnert nu aan een niet nagekomen belofte. En niet alleen bij mij: toen ik er in mijn omgeving naar vroeg, zei bijna iedereen dat ze dat doek kenden en zich afvroegen wat er precies gebeurd was.

Ik besloot te bellen met het nummer dat ik op de website vond. De man die ik aan de lijn kreeg, vertelde me dat het ‘lastig was met de financiering’. Of dat met de economische crisis te maken had, vroeg ik. ‘Ja’, zei hij somber. Het plan is evenwel nog niet van tafel – het zou kunnen dat het over een paar jaar wel lukt. Misschien in 2015. Maar hij klonk niet hoopvol.

Hij zei: “Dat doek zouden we eigenlijk eens weg moeten halen.”