29 juli 2009

De portemonnee

Een observatie

Over drie mensen bij de ingang van het winkelcentrum

Op zaterdagmiddag loopt Mevrouw Één richting de entree van het overdekte winkelcentrum van Heerhugowaard. Ze heeft haar tas goed vast, maar merkt niet dat haar portemonnee eruit valt. Ze loopt door. Een zwarte man achter haar ziet het wel en pakt hem op. Hij kijkt rond. Mevrouw Twee komt juist het winkelcentrum uit lopen en ziet wat er gebeurt.

Ze twijfelt niet. Die mevrouw is straks haar portemonnee kwijt als zij niet nu ingrijpt. Ze begint in gehaast tempo op Mevrouw Één af te lopen en gebaart. Als ze dichterbij is gebruikt ze ook haar stem. “Mevrouw, die man… hij heeft, pas op…” Ondertussen verliest ze de man niet uit het oog. Ze wijst naar hem.

Tien meter achter de twee mevrouwen d man. Hij heeft de portemonnee opgepakt en liep al richting de mevrouw bij wie het ding uit haar tas viel. Hij schrikt van Mevrouw Twee, die van hem plotseling de schurk van het tafereel lijkt te maken. Om het misverstand zo snel mogelijk recht te zetten en de vrouw tot bedaren te brengen, begint hij er maar naartoe te rennen.

Dan komen de drie mensen samen. “Rustig maar, rustig”, zegt de man geïrriteerd tegen Mevrouw Twee. Hij legt zijn hand op de schouder van mevrouw Één, zij merkt hem op en hij geeft haar de portemonnee terug. Dan loopt hij het winkelcentrum binnen en verdwijnt. Mevrouw Één kijkt naar de portemonnee in haar hand en begrijpt langzaam wat er gebeurd is. Ze bedankt hem nog, stamelend. Mevrouw Twee loopt schuifelend naar haar auto.