Before we get too old
Show me a garden that’s bursting into life
Tegen de muur van onze basisschool kreeg ik mijn eerste zoen. Het regende. Ik was erg klein voor mijn leeftijd maar dat was niet erg, want zij was ook klein. Ze had sproetjes. Ze boog naar me toe en kuste me – ik probeerde daarna hetzelfde, maar dat was maar een slechte imitatie van de spontaniteit waarmee zij het deed. Daarna liep ze naar huis. Bij mijn fiets stond de conciërge. Hij zei ‘je hebt hem niet op slot gezet.’ Ik haalde mijn schouders op en fietste naar huis. Over de natgeregende weg liep de aftiteling van mijn korte jeugdromance.