De kat had een knuffel gestolen. Kwam er zomaar mee binnenrennen door ons slaapkamerraam. O nee, zei mijn vriendin. Ze zag het meteen. Die heeft ze ergens uit een slaapkamer gestolen.
Het was een konijn. We pakten het af en keken of we enige aanwijzing konden vinden waar het vandaan kwam, maar er was natuurlijk niks. We dachten overal meteen huilende kinderen te horen – kinderen die nu nachtenlang niet zouden kunnen slapen omdat de lievelingsknuffel kwijt was.
Wat nu? Overal aanbellen en het verhaal uitleggen? Ik besloot op m’n werk flyers te maken met bovenaan groot GEVONDEN en daaronder een foto van het konijn, mijn telefoonnummer en de mededeling dat hij in goede gezondheid was. Mijn vriendin duwde de A4’tjes die avond bij zo’n vijftien huizen in onze buurt door de bus.
Ik werd gebeld op de dag van Nederland – Australië op het WK. Een vader vertelde me dat hij het konijn herkend had, en dat ze hadden gezocht, maar dat ie echt weg was. Zijn dochter had hem gelukkig nog niet gemist, maar toen ze de foto zag, werd ze toch wel verdrietig, zei hij.
De volgende avond belden ze aan, vader en dochter. Heel aardige mensen. Hoe heet de poes, vroeg het meisje. Penny Lane, zei mijn vriendin. De knuffel werd weer teruggegeven, en wij kregen een flesje wijn voor de moeite die we hadden gedaan.