zaterdag 22 oktober 2022

Light Years

Een leeservaring

Zoals dat gaat: als je eenmaal iets toelaat in je leven, blijkt het overal te zijn.

De populariteit van Alles wat is, de roman van James Salter die hij in 2013, op 88-jarige leeftijd, nog uitbracht, is me destijds niet ontgaan, maar ik las dat boek toen niet. Ik kwam onlangs bij Light Years omdat ik een podcast-aflevering van The Guardian luisterde, ook uit 2013, waarin hij Lydia Davis’ korte verhaal Break it Down voorlas. Zo breekbaar en met zoveel kalm begrip voor die tekst, een van mijn favoriete korte verhalen, dat ik dacht: van de man zelf wil ik ook wat lezen.

Zoals dat gaat: als je iets eenmaal toelaat in je leven, blijkt het overal te zijn. ‘Light Years’ is ook een nummer van The National dat ik de laatste maanden weer regelmatig luisterde of zomaar in mijn hoofd had. Dat nummer is vernoemd naar de roman van Salter, zei zanger Matt Berninger eens in een interview. En toen begon acteur Jeremy Strong (Succession) ook zomaar over James Salter toen hij half oktober te gast was bij Stephen Colbert. Strong haalde een citaat aan van iemand die eens over Salter had gezegd: ‘He can break your heart with a sentence.’

Zo werd ik bewust en onbewust aangemoedigd dit boek te lezen.

Light Years gaat over Nedra en Viri. Ze hebben een mooi huis aan de Hudson. Ze hebben twee dochters. Zij verzorgt diners voor vrienden, die ze tot in de puntjes voorbereidt. Hij werkt in New York als architect. Ze zijn eind twintig aan het begin van het boek, en leven — vanaf de buitenkant gezien, tenminste — het perfecte leven. Maar er zit een moeilijk te grijpen ontevredenheid in hen allebei; Nedra wil vrijheid, haar eigen leven leiden, dat ze bij uitstek voor zich ziet als zich afspelend in Europese steden. Viri wil een beroemde architect worden, maar heeft dat gewoonweg niet in hem. Hij is niet toegelegd om te bereiken wat hij wil en wil niet voldoende wat hij wél heeft. Of hij ziet, beter dan de vrienden die langskomen en zich aan dat schijnbaar ideale gezinsleven vergapen, in dat het niet écht gelukkig maakt. Allebei beginnen ze een affaire.

Ik vind Nedra de hoofdpersoon van Light Years. Het zijn vooral háár beslissingen en handelingen die het verhaal stuwen. Al moet de lezer die grote gebeurtenissen vaak tussen de scènes door lezen; er verstrijken zo’n twee decennia in dit boek, maar we krijgen voor een groot gedeelte juist de alledaagsheden: de etentjes, gesprekken aan tafel, toevallige ontmoetingen, feestdagen, hoe de seizoenen verstrijken, hoe de dochters opgroeien, hoe de hond ouder wordt.

Salter kan inderdaad geweldige zinnen schrijven. Hij koppelt beschrijvingen van iets heel gewoons, een handeling of wat iemand zegt, heel natuurlijk aan een observatie waarmee hij z’n personage zó, met uiterste precisie, voor je opensnijdt, zodat je binnenin kunt kijken. Of er staat zomaar, heel bescheiden, een bespiegeling op het leven die op een understated manier iets heel groots in zich heeft.

But knowledge does not protect one. Life is contemptuous of knowledge; it forces it to sit in the anterooms, to wait outside. Passion, energy, lies: these are what life admires. Still, anything can be endured if all humanity is watching. The martyrs prove it. We live in the attention of others. We turn to it as flowers to the sun.

Of:

It is always an accident that saves us. It is someone we have never seen.

Soms is de metafoor of vergelijking ook geweldig goed gevonden. Dat vond ik van de passage over de autoradio wanneer Nedra door niemandsland naar haar vader rijdt, die op sterven ligt:

She drove without stopping. The radio stations faded; corrupted by static, they began to devour each other. There were gusts of music, ghostly voices; it was like a vast, decaying canopy, like leaking roofs in a poverty-stricken town, a town awash in cheap advertisements, sentiment, mindless noise. The chaos filled her ears, oncoming headlights stung her eyes. The sky glowed with cities beyond the black trees.

Iets anders dat bijna achteloos gebeurt, maar als je erbij nadenkt waanzinnig knap is, is dat Salter binnen een scène steeds in de tijd kan springen, zonder aankondiging, zelfs zonder witregel, en dat toch overtuigend en effectief en zonder verwarring of frustratie voor elkaar weet te krijgen. Ik heb nog nooit een boek gelezen waarin dat gebeurt zoals Salter het hier doet, zoals in hoofdstuk 11 van het eerste deel (pagina 60-66 van deze Penguin Modern Classics-uitgave).

Nedra en Viri scheiden. De dochters groeien op, ze trouwen, krijgen kinderen. Zo verstrijken de jaren. De hoofdpersonen blijven zoeken, maar lijken ook allebei een soort besef te hebben dat het beste geweest is. Dat de lichte jaren achter hen liggen. In de laatste scène overziet Viri de overblijfselen van een leven dat niet meer is.

En de laatste drie alinea’s zijn dan ineens in de tegenwoordige tijd – alsof het hele boek vanuit dit moment in de tijd verteld is. De hele voorafgaande twintig jaar, met de begripvolle, empathische manier waarop de alwetende verteller op zijn personages heeft neergekeken, zijn bezien vanuit dit moment, het moment dat er eindelijk een soort berusting lijkt in te treden.