7 juni 2011

Nol Brouwer

Een herinnering

Bij het overlijden van de voorzitter van de supportersvereniging van KSV

Op de club waar ik 18 jaar gevoetbald heb, liep hij altijd achter het doel van de tegenstander langs wanneer het eerste elftal speelde. We noemden hem Nol Brouwer, want hij leek wel wat op dat oude, verwarde, ontdeugende mannetje uit comedyserie SamSam. Hij had een krom loopje, en doorgaans aan weinig woorden genoeg. En of het nu regende, vroor of bloedheet was, hij had altijd hetzelfde paars-roze zomerjasje aan. Nol Brouwer was jarenlang de grootste fan van het team.

Zo zag ik hem ijsberen, langs de achterlijn, van links naar rechts, gelaten om zijn as draaiend als hij op het door hem bepaalde einde van zijn gang was, en dan weer terug. Hij veerde op als er gescoord werd. Dan riep hij iets. Iets wat nooit een antwoord kreeg – de spelers zochten juichend elkaar op en zwaaiden soms wel naar iemand aan de kant, maar meestal niet naar Nol Brouwer. Hij vierde het doelpunt er niet minder om.

Zo wist ik jarenlang niet wat zijn echte naam was, totdat ik zelf mijn debuut maakte in het eerste elftal en hij na de wedstrijd naar me toe kwam. Hij kende mijn naam wél. Hij sprak hem uit, en zei daar achteraan dat ik goed gespeeld had. Ik kreeg een schouderklopje, iets dat hij altijd ook uitsprak. “Een schouderklopje voor jou”, zei hij dan, en dan kwam-ie, die hand, die soms van trots nog even in je schouder kneep.

Hij liet me eens zijn groene schriftje zien. Supportersvereniging KSV, stond op de voorkant. “Ik ben de voorzitter”, zei hij lachend. “En de secretaris, en de penningmeester.” Binnenin had hij de namen van de mensen die elk jaar een bijdrage deden opgeschreven. Aan het begin van een nieuw seizoen ging hij ze langs en vroeg hij om een nieuwe contributie. Wie betaald had, kreeg een kruisje achter zijn naam. Raakte er in de daaropvolgende maanden iemand van de selectie zwaar geblesseerd of werd een speler ziek, dan zorgde zijn supportersvereniging voor een fruitmand.

Vandaag, vanmorgen, is hij overleden.

Ik voetbal zelf niet meer; ik heb hem het laatste jaar niet meer gezien. Maar hij zal nog wekelijks achter het doel gestaan hebben, Nol Brouwer, totdat het echt niet meer kon.