She calls my name
Through the air
Ze was gevallen, zomaar. Opgestaan van een bankje, duizelig geworden, een paar seconden leeg. Toen ze weer bijkwam lag ze op de grond en deed haar arm pijn. In het ziekenhuis wilden ze onderzoeken wat er aan de hand was en of het vaker kon gebeuren. Ik bezocht haar toen het erg hard waaide in februari. In de gratis krantjes stonden berichten over omgevallen bomen. De tram deed zijn uiterste best zich aan de rails vast te houden. Ik luisterde naar ‘The Girl Who Falls Downstairs’, dat vond ik wel toepasselijk. Toen ik aankwam, ging het beter. Ze lachte weer.