6 oktober 2012

Vieze Dirk

Een observatie

Over de gesprekken van anderen

Ik las eens ergens dat Nederland ongeveer 250.000 straten heeft. Die hebben allemaal een naam. Ze lopen over in elkaar, kruisen elkaar, splitsen op, staan samen op de kaart of zien elkaar nooit. Maar echt leven gaan onze straten pas als de zon gaat schijnen.

Nu hebben we geen ideale zomer gehad, maar er zaten wel degelijk mooie dagen tussen. Op die dagen zien de Hollandse straten eruit als in de folder van de gemeente, of zoals ze gefotografeerd zijn voor Google Street View. Zonnig, optimistisch, levendig. De buurvrouw is aan het werk in de voortuin, verderop hebben een paar studenten stoelen naar buiten getild. Af en toe loopt er iemand naar binnen voor een biertje of een pakje kaarten. Op de hoek blijkt een kroeg te zitten. Het terras zit vol; wijn en nootjes op tafel.

Op zulke dagen blijkt dat we ook iets anders kunnen dan ons zorgen maken. En plotseling krijg je allerlei flarden mee van het leven van anderen. We zijn allemaal wel eens stilgevallen op een terrasje om stiekem mee te luisteren met het gesprek van het gezelschap twee meter verderop.

Zo hoorde ik in het centrum van Utrecht deze zomer een jongen tegen een vriend zeggen: ‘Ik zit sowieso heel slecht in de limericks, moet ik zeggen.’ De rest van de middag, tijdens het winkelen en later aan een tafeltje op de Neude, dacht ik daarover na. Wat bracht hem ertoe die zwakte toe te geven? Hoe zou goed in de limericks zitten hem geholpen hebben?

Aan het begin van de zomer liep ik door Amsterdam op weg naar het tuinfeest van een goede vriend. De tram had me afgezet vlak bij het Vondelpark en ik liep de hele Haarlemmermeerstraat af onderweg naar zijn huis. Buiten zaten twee rasechte Amsterdammers. Tijdens mijn voorbijlopen hoorde ik de een tegen de ander zeggen: ‘Ik wil weten waarom-ie Vieze Dirk heet. Er is toch een keertje iets gebeurd waardoor ie nu Vieze Dirk heet.’

Ook dat hield me daarna nog bezig. In de winter had ik misschien mijn jas nog wat hoger dicht geritst en aan mijn eigen leven gedacht. Nu had een van de 250.000 Nederlandse straten gesproken en me heel even meegenomen in wat een ander bezighield. Nog steeds denk ik af en toe dat ik ook graag zou weten waarom iemand Vieze Dirk genoemd wordt.