1 september 2017

Mijn tweede

Een gedachte

Als mensen me vragen welk boek van mij ze zouden moeten lezen, zeg ik bijna altijd: mijn eerste. Ik heb het idee dat dat boek lezers gemakkelijker ‘wint’, en dat mijn tweede – tja, waar ligt het aan? Misschien aan dat die iets minder goede recensies kreeg, minder opviel, minder goed verkocht. Maar juist daarom […]

Als mensen me vragen welk boek van mij ze zouden moeten lezen, zeg ik bijna altijd: mijn eerste. Ik heb het idee dat dat boek lezers gemakkelijker ‘wint’, en dat mijn tweede – tja, waar ligt het aan? Misschien aan dat die iets minder goede recensies kreeg, minder opviel, minder goed verkocht. Maar juist daarom is het mooi om te merken, eens in de zoveel tijd, dat ook dat boek mensen raakt. Vandaag is het drie jaar geleden dat het uitkwam, en toevallig las ik vanochtend op Goodreads deze recensie, enkele dagen geleden geschreven (spoiler alert, zegt de lezer erbij):

Dit boek, over een vader en zoon die beide een dwangstoornis hebben maar hier met niemand over durven te praten, roerde me. Wat een opluchting als het wel mogelijk blijkt om te praten over dit soort aandoeningen, en wat een steun en hulp kan je krijgen als je dit doet. De vele melancholische terugblikken en de observaties over het leven en de liefde droegen er aan bij dat het boek me zo raakte. De schrijfstijl is fijn en ik heb het boek in mijn vakantie in twee dagen uitgelezen. Er gebeurt niet heel veel, maar toch blijft het boek continu boeien, en dát is echt knap schrijfwerk. Een aanrader!

De laatste zin van het boek intrigeert me enorm. Moet ik hem figuurlijk interpreteren en is het het einde van de stilte omdat Boris nu durft te praten over zijn aandoening, of is het de aankondiging van een From Dusk Till Dawn-achtige plotwending? We zullen het nooit weten.